woensdag 9 juli 2014

Ontoereikendheid van 's mensens plannen -



Onlangs moest ik een tafelrede houden, waarin ik 'de maakbaarheid van het onderwijs' wilde relativeren. Daarbij wilde ik niet zo ver gaan om plannen te beschouwen als een vorm van 'geweld van organisatie', zoals Mieke Moor dat in haar proefschrift Tussen de regels doet. Bij Bertolt Brecht vond ik een geschikte tekst (een lied uit de Dreigroschenoper) die tot nadenken stemt.

Ballade  van de ontoereikendheid van 's mensens plannen

De mens leeft met zijn kop.
Zijn kop is vaak abuis,
Probeer het maar, ook van jouw kop
Leeft op zijn hoogst een luis.
Voor dit aardse leven
Is de mens gewoon te dom,
Niet in de list bedreven,
Voor bedrog te stom.

Ja, maak jij maar een plan!
Wees jij maar een groot licht!
En maak dan nog een ander plan,
Nooit zijn ze waterdicht.
Voor dit aardse leven
Is de mens gewoon te goed.
Doch zijn hoger streven
Is toch o, zo zoet.
Ja, loop naar het geluk
Maar loop niet ver vooraan,
Eenieder loopt naar het geluk,
’t geluk loopt achteraan.
Voor dit aardse leven
Is de mens te ijdel toch.
Daarom is zijn streven
Enkel zelfbedrog.
De mens is toch niet goed,
Dus mep hem op zijn hoed.
Heb jij hem op zijn hoed gemept
Dan wordt hij misschien goed.
Voor dit aardse leven
Is de mens niet goed genoeg
mep hem daarom even
Rustig op zijn hoed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten